Handboek PS
Inhoud
- Instrumenten voor Statenleden
- Vergaderingen
- Agendavergadering
- Bel
- Besloten vergadering
- BOB-model
- Effectief virtueel vergaderen
- Inspreken
- Notulen & audio- en videoverslagen
- Plenaire vergadering
- Quorum
- Reglement van orde (RVO)
- Spreektijden
- Statenzaal (Latijnse spreuken)
- Stemmingen
- Themabijeenkomsten
- Thematisch vergaderen
- Vergaderzalen
- Woordvoerders per thema
- Beeldgebruik vergaderingen
- Beleid & organisatie (PS)
- (Nieuwe) Staten- en burgerleden
- In en om het provincie huis
Interpellatie
Een Statenlid kan inlichtingen vragen aan het college van Gedeputeerde Staten of de commissaris van de Koning over een onderwerp dat niet op de agenda staat voor een vergadering. In dat geval vraagt een Statenlid een interpellatiedebat aan.
De deadline voor het aanvragen van een interpellatiedebat is: uiterlijk woensdagochtend 8.00 uur vóór de vergadering. De aanvraag kan schriftelijk via de griffier bij de voorzitter van Provinciale Staten worden ingediend. U kunt hiervoor gebruikmaken van het standaard sjabloon.
Toestemming interpellatie
De Agendavergadering bespreekt het verzoek tot een interpellatiedebat. Provinciale Staten nemen op advies van de Agendavergadering een besluit over het houden van een interpellatiedebat, bij meerderheid bij het vaststellen van de agenda. Zij bepalen het moment waarop het interpellatiedebat plaatsvindt. Dat is meestal tijdens dezelfde vergadering waarin het verzoek aan de orde is gesteld. De gedeputeerde die namens het college zal antwoorden moet in de vergadering aanwezig zijn.
Indienen interpellatievragen
Als u een interpellatiedebat wilt aanvragen, dan stuurt u een e-mail met een korte en duidelijke omschrijving van het onderwerp en de te stellen vragen in bij de voorzitter van Provinciale Staten. U kunt de mail sturen naar Statengriffie@brabant.nl. De voorzitter stuurt de vragen door naar het college van Gedeputeerde Staten en de overige Statenleden.
Volgorde van spreken
De volgorde van de sprekers is:
- Het lid dat het interpellatiedebat aanvraagt, krijgt als eerste de gelegenheid om vragen te stellen. Als meerdere Statenleden gezamenlijk het verzoek tot interpellatie hebben ingediend, krijgt het lid dat als eerste indiener wordt beschouwd als eerste de gelegenheid om in ten hoogste 5 minuten vragen te stellen. De indieners geven aan de voorzitter door wie zij als eerste indiener beschouwen.
- Het college van Gedeputeerde Staten of de commissaris van de Koning geeft in maximaal 5 minuten antwoord.
- Het Statenlid dat het verzoek tot interpellatie heeft ingediend krijgt opnieuw voor ten hoogste drie minuten het woord om vervolgvragen te stellen.
- Het college van Gedeputeerde Staten of de commissaris van de Koning geeft in maximaal 3 minuten antwoord.
- Na beantwoording van de vragen kunnen de overige Statenleden in twee termijnen in maximaal 2 minuten per fractie aan de beraadslagingen deelnemen. De voorzitter bepaalt de volgorde.
- Het college of de commissaris reageert in maximaal 2 minuten per termijn op de inbreng van de eventuele andere fracties.
Als het Statenlid dat het interpellatiedebat heeft aangevraagd, een motie wil indienen, dan doet hij/ zij dit bij zijn of haar reactie op het antwoord van het college van Gedeputeerde Staten. Ook andere Statenleden kunnen moties indienen als zij aan het woord zijn.